Rusland geeft toe dat A-50 radarvliegtuig is neergehaald en spreekt over ’terrorisme’
Oekraïne zei eerder dit jaar dat het twee waardevolle A-50 radarvliegtuigen had neergehaald in iets meer dan een maand tijd.
Rusland heeft een Oekraïense soldaat op zijn federale opsporingslijst geplaatst voor het opdracht geven tot de “vernietiging” van een geavanceerd Russisch spionagevliegtuig eerder dit jaar, volgens het belangrijkste federale onderzoeksorgaan van Moskou. Dit is de eerste erkenning van Rusland dat Oekraïne het vliegtuig met succes heeft uitgeschakeld.
Midden januari 2024 zeiden Oekraïense strijdkrachten dat ze een Russisch A-50 surveillancevliegtuig hadden neergeschoten boven de Zee van Azov. Het verlies werd ook gemeld door Russische militaire bloggers die vaak als informatiebron worden gebruikt wanneer Moskou geen officieel commentaar geeft op de oorlog in Oekraïne.
Kiev zei vervolgens dat het een tweede A-50 had neergehaald op 23 februari, iets meer dan een maand later. Ten minste één Russische militaire blogger sprak de beweringen van Oekraïne tegen en zei dat het toestel voor vroegtijdige waarschuwing en controle door eigen vuur was neergehaald.
De Russische onderzoekscommissie zei maandag dat ze een “preventieve maatregel in de vorm van detentie” had goedgekeurd tegen kolonel Mykola Dzyaman, een commandant in het Oekraïense leger, in verband met het verlies van een Russisch vliegtuig op 23 februari.
De commissie zei dat het vliegtuig “niet bedoeld was voor gevechtsoperaties, geen wapens had en dat de vlucht uitsluitend plaatsvond in het luchtruim van de Russische Federatie”.
Kolonel Dzyaman zou “een illegaal bevel hebben gegeven aan zijn ondergeschikte militair personeel om het te vernietigen”, aldus de Russische autoriteiten, die zeiden dat 10 bemanningsleden aan boord waren gedood en dat het vliegtuig was vernietigd.
De Oekraïense soldaat werd “bij verstek aangeklaagd” voor het plegen van een terroristische daad met de dood van een persoon tot gevolg en werd “op de federale opsporingslijst geplaatst”, aldus de onderzoekscommissie in een verklaring.