Merijn Zeeman over Tour-selectie Visma | Lease a Bike: “Vorig jaar veel druk, nu vooral heel veel zin”

Merijn Zeeman over Tour-selectie Visma | Lease a Bike: “Vorig jaar veel druk, nu vooral heel veel zin”

Visma | Lease a Bike heeft als een van de eerste teams haar selectie voor de Tour de France 2024 bekendgemaakt. Dat terwijl juist bij de Nederlandse ploeg de vraagtekens in het rond dansten de laatste weken. Maar de kogel is door de kerk: Wout van Aert en titelverdediger Jonas Vingegaard zijn erbij. “Als Jonas niet was gegaan, was Olav Kooij zijn vervanger geweest”, vertelt sportief directeur Merijn Zeeman aan WielerFlits.

Wanneer hebben jullie de knoop over de selectie definitief doorgehakt?

“Dinsdag en woensdag. Echt heel kort geleden dus. Wout had na zijn val in een eerder stadium al aangegeven dat hij graag de Tour wilde rijden. Dat was voor ons een enorme opsteker. Hij moest alleen wel een dusdanig niveau hebben, dat hij ook van waarde kan zijn in de Tour. Als je op 90% start, dan moet je ook niet verwachten dat je na de Tour meedoet voor olympisch goud. Twee weken terug hebben we geconstateerd: met Wout komt het goed.

Dat stond eigenlijk los van de valpartijen en de daaropvolgende blessures voor Steven Kruijswijk en Dylan van Baarle in het Critérium du Dauphiné. Daarnaast heb ik tot het laatste moment contact gehad met Olav Kooij. Hij moest ervoor zorgen dat hij klaar was voor een eventuele deelname. Als Jonas niet was gegaan, was Olav zijn vervanger geweest. Die beslissing hebben we in de laatste dagen uiteindelijk genomen.”

Hoe lastig is de puzzel de laatste weken geweest, met alle geblesseerden en vraagtekens?

“Nou ja, het is een puzzel of een intens proces. Na de valpartij van Jonas zijn alle scenario’s bij ons voorbijgekomen. Het voornaamste was dat onze eigen – laat ik het zo zeggen – traditionele voorbereiding volledig verstoord raakte: Sierra Nevada, Dauphiné en dan Tignes. Alle opties zijn de revue gepasseerd, maar we hebben wel met elkaar besproken dat we zouden afwachten tot het moment dat Jonas weer kon gaan trainen.

We hebben heel veel calls gehad met Mathieu Heijboer (Head of Performance, red.), Tim Heemskerk (Vingegaards trainer, red.), Martijn Redegeld (Head of Nutrition, red.) en Jarno Voorintholt (de persoon die de revalidaties begeleidt, red.). Elke keer hebben we gekeken: wat kan er? En als alles meezit, waar kunnen we dan naartoe? Dat traject begon met dat Jonas eerst thuis kon gaan trainen, gecombineerd met heel intensieve fysiotherapie.

Stap voor stap en uurtje voor uurtje is hij vooruitgegaan, waardoor hij uiteindelijk eind mei naar Tignes kon afreizen. We hebben wel altijd in het duister getast: welk niveau is nog haalbaar voor hem? Dat was door zijn blessures logischerwijs heel ver weggezakt. Wekelijks hebben we op basis van verwachtingen ingeschat of er een kans was dat Jonas de Tour zou halen, of niet. De laatste weken zagen we nadrukkelijk dat hij fit raakte.”

En dat betekent?

“Fit zijn is natuurlijk nog iets anders dan in vorm of competitief zijn. Maar Jonas is in ieder geval fit. Hij heeft echt enorm hard gewerkt. Dat is een heel, heel, heel groot compliment aan hem, maar ook aan de performance staf. Dat we hem überhaupt kunnen meenemen naar de Tour, is echt een wereldprestatie. Daar heeft het heel lang niet naar uitgezien. Ondertussen hielden we andere opties actueel, zeker na het wegvallen van Dylan van Baarle en Steven Kruijswijk.

Toen hielden we namelijk plots niet zo heel veel opties meer over. Langzamerhand begonnen we toch te filosoferen, want we zagen en zien dat we Jonas fit en heel gemotiveerd aan de start van de Tour krijgen. Jonas wil heel graag rijden, na enorm veel arbeid. Hij gaat ook absoluut wel bij de betere renners in de Tour behoren. Wielrennen is nu eenmaal een sport waarin allerlei tactische situaties kunnen ontstaan. Dat is de overweging geweest om hem toch mee te nemen.”

Laat ik het dan zo zeggen: jullie weten wat zijn waardes in 2023 en 2022 waren. Hoe ver is Vingegaard nu verwijderd van dat niveau op hetzelfde punt vorig seizoen en dat ervoor?

“Dat is een goede vraag, maar ook een die ik niet kan beantwoorden. Dat zullen we snel genoeg zien, denk ik. Qua trainingsarbeid heeft hij alles eruit gehaald. Tim Heemskerk heeft op dagelijks basis echt het maximale eruit geperst om Jonas op dit niveau te krijgen. Hij is heel erg fit en heet er heel veel zin in. Maar hij heeft ook geen wedstrijden gereden. Hoewel wielrennen steeds meer een trainingssport is, is het wel onzeker waar hij nu staat.

Maar goed, je hebt nu wel een hongerige en gemotiveerde renner. Iemand die start met rugnummer één. Dat zorgt voor zodanige motivatie en optimisme, niet alleen bij Jonas. Het doet ook iets met een team als je zoveel tegenslag hebt gekregen, maar je wel ziet hoe keihard er gewerkt is om die tegenslag achter je te laten. Daarom gaan we met een speciaal gevoel naar de Tour. Vorig jaar voelden we heel veel druk als regerend kampioen. Nu hebben we er vooral heel veel zin in.”

Met een zwaar openingsweekend in Italië en de Galibier al op dag vier: kan het zijn dat jullie na vier etappes de strategie moeten omgooien?

“Nee, dat gaan we niet doen. Hoe de situatie ook is, we zullen nooit de handdoek dan al gooien. Uiteraard moet je dan wel een balans op maken. Als je dan op achterstand staat, zul je ook moeten bedenken waar je die tijd weer kunt terughalen. Vergeet ook niet dat het begin van de vorige twee Tours op het lijf van Tadej Pogačar geschreven waren. Dat is nu ook weer het geval. Hij is in de beginfase overduidelijk in het voordeel.

Alleen de vorige twee edities is dat naarmate de Tour vorderde, wel omgedraaid. Zeker de editie van dit jaar die eindigt met de tijdrit in Nice, pas daarna zijn de prijzen verdeeld. De slotweek is slopend en het laatste weekend extreem zwaar. Geen één Tourrenner kan dit jaar te vroeg juichen. Wij gaan naar Frankrijk om drie weken lang te strijden. Dat is waar jullie op kunnen rekenen!”