Minder import uit China, maar Chinese auto's nemen een vlucht

Voor het eerst in zeven jaar tijd kwamen er vorig jaar minder spullen uit China naar Nederland. Vooral laptops, telefoons en zonnepanelen werden minder vaak geïmporteerd. De personenauto nam juist wél een opvallende vlucht.

Nederland importeerde in 2023 voor 104,3 miljard euro aan goederen uit China en dat is bijna 17 procent minder dan een jaar eerder, zo becijfert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Zowel de handel als doorvoer van spullen neemt af en dat ligt volgens het statistiekbureau ‘in lijn met de algehele krimp van de Chinese export.’

Handelsbalans negatief

Voor het grootste deel (71 procent) van de productgroepen uit China ziet het CBS een afname. Maar er werden vooral minder computers, laptops en tablets ingevoerd. Ook modems en routers vinden minder vaak hun weg naar Nederland, net als chips, halfgeleiders, zonnepanelen en televisies.

Het CBS constateert ook dat de export vanuit Nederland naar China met 20 procent groeide, waardoor het verschil met wat Nederland aan goederen uit dat land importeert, kleiner wordt. De handelsbalans met China valt desondanks nog steeds negatief uit (-81,9 miljard euro), omdat Nederland nog altijd veel meer uit China importeert dan dat er spullen naar dat land verscheept worden.

Het CBS verklaart de afname van invoer uit China onder meer door concurrentie vanuit Taiwan, waar inmiddels vaker computers, laptops en tablets vandaan komen. Het land was vorig jaar in deze productcategorie goed voor een invoerwaarde van 6,7 miljard euro, een jaar eerder was dat nog 2,2 miljard.

Tegelijkertijd maakt Taiwan niet alle Chinese krimp goed, zegt RTL Z-beurscommentator Durk Veenstra. “Er is ook gewoon minder vraag naar spullen zoals laptops en tablets.” Tijdens de coronapandemie was onze honger naar elektronica niet te stillen, maar nu besteden we ons geld ook weer aan uitgaan en is er minder interesse in die nieuwste telefoon. “Ook door gebrek aan echte vernieuwing”, aldus Veenstra.

Personenauto in trek

De krimp van import uit China geldt echter niet voor alle producten. De grootste stijger was vorig jaar de personenauto, zegt het CBS. De invoerwaarde daarvan groeide van 107,6 miljoen euro in 2022 naar 1,1 miljard euro in 2023. Het is volgens Veenstra niet zo vreemd, omdat China de winnaar is van het spelletje dat de elektrische auto heet.

China heeft geen olie, maar wel de grondstoffen voor deze auto’s, een enorm grote thuismarkt en een efficiënte manier van produceren. Fabrikanten maken de auto’s en masse, en zien erna wel of er een klant is, aldus Veenstra. “Er wordt ook heel veel subsidie ingestopt, omdat de Chinese overheid de markt wil veroveren.”

Het gevolg? Een overschot aan Chinese auto’s ligt te wachten op nieuwe eigenaren in de Nederlandse havens. En Chinese autobedrijven zoals BYD en Lynk & Co nemen hun intrek in de Nederlandse winkelstraten of bij Nederlandse dealers. Die auto’s zijn bovendien relatief goedkoop, waardoor de Europese auto-industrie er kapot aan dreigt te gaan.