Philipsen openhartig over profbestaan: 'Soms raak je dat een beetje beu en wil je eens iets anders doen'

Philipsen

Jasper Philipsen is op dit moment misschien wel de snelste mens ter wereld op twee wielen. De 'Vlam van Ham' heeft op zijn 26e al 46 profzeges op zijn palmares staan. Het gros daarvan zijn sprintzeges, maar hij ontpopte zich intussen ook tot klassieke renner door Milaan-San Remo te winnen en twee keer op het podium in Roubaix te staan.

Philipsen geniet dan ook van veel roem en faam, maar dat kwam niet vanzelf. Achter die successen schuilt hard labeur, een streng dieet en een aangepaste levensstijl. Voor een profrenner is het bijvoorbeeld allesbehalve vanzelfsprekend om in het weekend met vrienden op stap te gaan, een blikje bier te openen of eens langs te gaan bij de frituur.

Beetje saai

Dat profleven volhouden vindt Philipsen niet altijd gemakkelijk. "Als jonge gast droom je ervan om renner te worden. Of voetballer, of wat dan ook. Maar af en toe is het soms ook een beetje saai", vertelt hij in een interview met Het Nieuwsblad.

"Wielrennen is een mooie sport, maar elke dag opnieuw… Soms raak je dat een beetje beu en wil je eens iets anders doen. Mijn broer gaat in het weekend padellen en drinkt er één achteraf. En als het plezant is blijft hij tot twee of drie uur. Als renner weet je: morgen een stevige training. Dan blijf je niet hangen, ook niet als het leuk is."

"Profwielrennen is nu zo: als je competitief wil zijn, moet je goed trainen, goed eten, zonder veel afleiding en andere bezigheden. Nu, ondertussen is dat allemaal minder een opgave. Ik heb in trainen en renner zijn veel meer mijn routine gevonden.”

Jaloers

Phililpsen heeft nog een broer en een zus. Die kunnen lang niet zo snel fietsen als hij en leiden een heel ander leven ."Ik denk dat de meeste leeftijdsgenoten een ander leven leiden dan ik."

"Bij hen is het op stap gaan in het weekend, voor mij zit dat er niet in. Alles heeft zijn charme: soms ben ik jaloers op hem en andersom. Ik heb net mijn contract verlengd tot 2028. Minstens tot dan zal ik het aparte leven van de wielerprof hebben.”