Szafnauer deelt redenen voor splitsing van het F1-veld: 'Dat zegt Wolff ook altijd'
Volgens voormalig Alpine-teambaas Otmar Szafnauer zijn de ‘ongelijkheden’ binnen de budgetcap de reden waarom de F1-grid nu zo verdeeld is. Momenteel is er een top vijf die zich heeft losgemaakt van het achterveld, en daardoor monopoliseren ze de puntenposities als het ware. Szafnauer ziet zijn oude team er vooral onder lijden, dat nog geen enkel punt heeft weten te scoren.
Hoewel het introduceren van de regels betreffende de budgetcap heeft geholpen het veld samen te persen, waarbij het veld van voor tot achter nog nooit zo dicht bij elkaar heeft gezeten, heeft het 2024-seizoen een interessante splitsing onder de concurrenten laten zien. De teams in de top vijf, Red Bull Racing, Ferrari, McLaren, Aston Martin en Mercedes, lijken zich los te hebben gemaakt van het achterveld, waardoor ze telkens P1 tot en met P10 bezetten. Een enkele keer lukt het een ander team om een puntje te pakken, zoals Haas en Visa Cash App RB. Alpine, Williams en Sauber hebben tot nu toe nog geen punten kunnen scoren. Die teams moeten profiteren van een uitvalbeurt voorin het veld of veel chaos tijdens de race.
Tijdens een evenement ter promotie van zijn nieuwe EventR-app legt Szafnauer uit waarom hij denkt dat het veld zo gesplitst is dit jaar. ‘Er zijn een aantal dingen waar ik aan denk. De eerste, waar ik ervaring mee heb, is dat er teams zijn die beter werk hebben verricht op het gebied van de structuur van de budgetcap’, zegt Szafnauer. ‘Ze kunnen tien tot vijftien miljoen meer uitgeven dan sommige anderen. Stel dat je vijftien miljoen meer hebt omdat je je organisatie zo op orde hebt. Dan kan je meer talent kopen, of andere experimenten doen die de anderen niet kunnen doen’, verklaart de voormalig teambaas.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
Het achterveld heeft amper kansen om een puntje te scoren tijdens de races. (Foto: Pirelli)
Rijtalent draagt bij: ‘Dat zegt Wolff ook altijd’
Szafnauer legt uit dat er een OpEx is, de operationale uitgaven, en een CapEx, die de kapitaaluitgaven omschrijft. ‘Ik denk dat we op het gebied van de CapEx onbedoeld enkele ongelijkheden hebben gecreëerd. Er zijn enkele tools die de grotere teams hebben, die de kleinere teams nu ook proberen te verkrijgen. Dat kost tijd, omdat het om iets van 36 miljoen dollar over vier jaar gaat. Ik herinner me dat we hiermee te maken hadden bij Alpine. We konden niet kopen wat we wilden, we moesten het in de loop van de tijd doen. En de grote teams, toen ze wisten dat het budgetplafond eraan kwam, hadden ze het geld al om bepaalde dingen te kopen.’
Szafnauer legt uit dat er aspecten betreffende de performance zijn die afhankelijk zijn van teams die voldoende bestedingsruimte over hebben in het budgetplafond als ze de rendementen willen maximaliseren. ‘Een voorbeeld: sommige teams rijden met vloeren die ‘transparant’ zijn, dus je kan de luchtstromen zien als het ware, terwijl anderen dat niet doen. Die teams die dat niet doen, hebben die spullen al eerder gekocht. Als klein voorbeeld: toen ik met mijn aerodynamici bij Alpine sprak, zeiden ze dat ze een transparante vloer nodig hadden, zodat ik eens kon zien wat er allemaal aan de hand was.’ Szafnauer denkt ook dat een aspect dat volledig buiten het budgetplafond ligt ook belangrijk is: het rijtalent. ‘ Toto Wolff zegt dat ook altijd, maar de beste coureurs willen in de beste teams zitten. Dat draagt ook een beetje bij (aan die verdeling, red.), want je hebt nog steeds de beste coureurs bij de beste teams.’
Meediscussiëren? Klik hier om je te registreren.