Meerderheid kiezers in VS vindt Donald Trump een succes, Joe Biden een mislukking
Meerderheid kiezers in VS vindt Donald Trump een succes, Joe Biden een mislukking
De mening over het presidentschap van Trump is omgekeerd sinds hij in januari 2021 zijn ambt neerlegde, zo blijkt uit nieuwe peilingen. Voormalig president Donald Trump kreeg zondag meer goed verkiezingsnieuws, terwijl president Joe Biden lijkt te worstelen om Amerikanen aan te spreken in de aanloop naar de presidentsverkiezingen in november.
Hoewel Biden verbetering heeft gezien in een aantal recente peilingen op nationaal en staatsniveau, lijkt de zittende Democraat over het algemeen een zware strijd te leveren tegen zijn Republikeinse rivaal. Trump en Biden zijn polariserende figuren en veel peilingen laten zien dat ze niet populair zijn bij een meerderheid van de Amerikanen.
De laatste peiling van CNN/SSRS toonde aan dat een meerderheid van de Amerikanen het presidentschap van Trump nu als een succes ziet en het presidentschap van Biden als een mislukking. Van de ondervraagden zegt 55 procent dat ze de termijn van de voormalige Republikeinse president in het Witte Huis als een succes zien, terwijl 61 procent zegt dat ze de ambtstermijn van de huidige Democratische president als een mislukking zien.
Een CNN-peiling uit januari 2021, kort na de rellen van 6 januari op het Amerikaanse Capitool, toonde aan dat 55 procent van de Amerikanen het presidentschap van Trump als een mislukking beschouwt.
In de nieuwe peiling staat Biden achter Trump in een head-to-head wedstrijd. Head-to-head leidt Trump Biden met 6 punten, met 49 procent vergeleken met 43 procent van de zittende president. Dat is een daling van 2 punten voor Biden sinds een CNN peiling in januari, terwijl de steun van Trump stabiel is gebleven.
Dit geldt ook onder jonge kiezers. De Democratische zittende president heeft de steun van slechts 40 procent van de kiezers onder de 35 jaar, terwijl zijn Republikeinse rivaal de steun heeft van een kleine meerderheid, 51 procent. De peiling werd uitgevoerd van 18 tot 23 april en omvatte een willekeurige nationale steekproef van 1.212 volwassenen uit een waarschijnlijkheidspanel. De foutmarge was plus of min 3,4 punten.