Dit zijn de 10 landen waar reizigers het gelukkigst zijn

1. Italië: vind het recept voor geluk in Puglia

Europa-vakantie: Puglia, Italië. Foto’s: Getty Images

Puglia, Italië. Foto’s: Getty Images

Puglia heeft misschien wel de beste keuken van Italië. De zuidoostelijke regio − de ‘hak van de laars’, als je de kaart bekijkt − ontvouwt zich in het binnenland met middeleeuwse stadjes, landschappen vol olijfbomen en duizenden trulli. Veel van deze kalkstenen huisjes met kenmerkende kegelvormige daken zijn omgebouwd tot luxe accommodaties. Dan is het verleidelijk een goed restaurant te zoeken en regionale gerechten als orecchiette (pasta in de vorm van kleine oortjes) of tiella (de Italiaanse versie van paella) te bestellen, maar bij Puglia dei Trulli kook je zelf. Tijdens de workshops pluk je groenten uit de eigen tuin, kneed je deeg om zelf focaccia te maken en leer je hoe je frittelle (gefrituurde deegflapjes) en bombette (met kaas gevulde vleesrolletjes) bereidt. Ook op het menu: een proeverij met wijnen van de eigen boerderij, een diner in de wijngaard en natuurlijk overnachten in stralend witte trulli.

2. Griekenland: val voor culturele verlokkingen op Syros

Landen waar reizigers het gelukkigst zijn. Syros, Griekenland. Foto’s: Getty Images

Foto: Getty Images

Een gelukkig toeval? Ermoupoli, de hoofdstad van het Griekse eiland Syros, dankt zijn naam aan Hermes − inderdaad, de god van de reizigers. Ermoupoli werd eerder dit jaar uitgeroepen tot meest gastvrije stad van Europa. Niet zo vreemd, als je weet dat dit eiland gewend is om gasten te ontvangen. Cultuurliefhebbers reizen naar Syros voor het Festival van de Egeïsche Eilanden in juli, het Internationale Klassieke Muziekfestival van de Cycladen in augustus en animatiefestival Animasyros in september. Toch is Syros een van de minst toeristische eilanden van de Cycladen. Wie de anderhalf uur durende boottocht vanaf het veel bekendere Mykonos maakt, raakt snel betoverd door Ermoupoli, met zijn Venetiaanse architectuur in zachte pasteltinten. Laat de rest van het eiland niet links liggen: een bezoek aan het vissersdorpje Kini en de zalige stranden aan de westkust maakt van jou nog geen cultuurbarbaar.

3. Spanje: neem de trein naar de groene stad Valencia

Stedentrip Europa: Valencia, Spanje. Foto: Louise ten Have

Foto: Louise ten Have

Wie op een duurzame manier meerdere steden wil bezoeken, hoeft in Spanje niet bang te zijn het spoor bijster te raken. Naast de nationale spoorwegmaatschappij Renfe telt het land maar liefst drie prijsvechters. Met Avlo, Ouigo en Iryo reis je betaalbaar tussen steden als Alicante, Barcelona, Córdoba, Madrid, Sevilla en Valencia. Een enkele reis van Madrid naar Valencia heb je al vanaf € 9. De stad staat bekend om zijn musea, kilometerslange stadsstranden en prachtige parken. Bovendien liggen er even buiten de Europese Groene Hoofdstad 2024 van twee natuurparken waar je op de fiets heen kunt: de vogelrijke wetlands van Parque Natural de l’Albufera en Parque Natural del Turia met zijn mediterrane bossen.

4. Australië: ontrafel Victoria’s geheim

Squeaky Beach in Wilsons Promontory National Park, Australië. Foto’s Getty Images

Squeaky Beach in Wilsons Promontory National Park. Foto: Getty Images

De Great Ocean Road is een van de mooiste kustroutes Down Under, maar ook een van de populairste. In plaats van naar het westen kun je vanuit Melbourne ook naar het oosten rijden. De weg daar heeft nog geen welluidende marketingnaam, maar is niet minder groots. Onderweg naar Wilsons Promontory National Park rijd je langs verrukkelijke stranden en de zandstenen kliffen van Shack Bay en Undertow Bay. Tussen april en november tuur je hier naar walvissen, die de voedselrijke wateren opzoeken tijdens hun jaarlijkse migratie van en naar de kust voor Antarctica. De inwoners van de Australische deelstaat Victoria beschouwen het regenwoud van Wilsons Promontory, het zuidelijkste stukje Australisch vasteland, als hun eigen publieke geheim: Victoria’s Secret.

5. Noorwegen: vaar naar het vogelparadijs Vega

Lånan, Vega-eilanden, Noorwegen. Foto: Anton Ligaarden, Visitnorway.com

Lånan, Vega-eilanden, Noorwegen. Foto: Anton Ligaarden/ Visitnorway.com

Net onder de poolcirkel ligt de Noorse Vega-archipel. De eilanden staan op de werelderfgoedlijst van Unesco − niet omdat er imposante gebouwen staan en ook niet vanwege het natuurschoon, al is het landschap beslist spectaculair. Het zijn de bewoners die Vega uniek maken. Al 1500 jaar leven ze van de visserij en het verzamelen van eidereendendons. Daarvoor bouwen de eilanders houten eendenhutjes met een puntdak. Ook bij andere vogelsoorten is Vega in trek. Niet-Noorse toeristen weten de eilanden minder goed te vinden: de veerboten van de beroemde Hurtigruten laten Vega links liggen. De archipel ligt op drie kwartier varen van het plaatsje Brønnøysund.

6. Indonesië: ervaar familiegeluk op Flores

Wae Rebo, Flores, Indonesië. Foto: Getty Images

Wae Rebo, Flores, Indonesië. Foto: Getty Images

Bijna waren de mbaru niang van het Indonesische eiland Flores er niet meer geweest. Nederlandse kolonisten vonden de traditionele gemeenschappelijke woningen maar onhygiënisch en maakten er op heel het eiland korte metten mee. Maar het bergdorpje Wae Rebo lag te geïsoleerd. Wie de unieke kegelvormige puntdaken van palmriet wil zien én een goede conditie heeft, kan op pad met een gids van de inheemse Manggarai. De drie tot vier uur durende hike naar het dorp is loodzwaar. Dit is dan ook geen dagtocht: je hebt alle gelegenheid om nader kennis te maken met de lokale manier van leven. Wae Rebo heeft geen elektriciteit en geen mobiel signaal. Je leert hoe de Manggarai het land bewerken, eet samen in de mbaru niang, slaapt op geweven matten en ervaart hoe het is om met een grote familie onder één dak te leven.

7. Verenigde Staten: combineer een stedentrip Seattle met de omringende natuur

Olympic National Park, Washington, VS. Foto: Getty Images

Olympic National Park, Washington, VS. Foto: Getty Images

De Verenigde Staten vormen het land van de ultieme roadtrip, van steden die je eens in je leven moet bezoeken en nationale parken op een nauwelijks te bevatten schaal. Maar waar vind je ze bij elkaar? Er ligt vierduizend kilometer asfalt tussen New York en de Grand Canyon. Richt je blik liever op het noordwesten van het land. Begin in Seattle, waar de Space Needle de skyline domineert. Bezoek ook het Museum of Pop Culture en Pike Place Market, een van de oudste boerenmarkten van de VS. Maar de grootste troef van Seattle is de waanzinnige natuur in de directe omgeving. Op twee uur rijden vind je er drie nationale parken: Mount Rainier, het minder bekende North Cascades en Olympic National Park, geroemd als meest diverse nationale park van Amerika, maar dan zonder de massa’s bezoekers waarmee je de natuur op andere plaatsen vaak deelt.

8. Frankrijk: wandel door je eigen roman in de Auvergne

Chemin de Stevenson, Frankrijk Foto: Michel Verdier Association Stevenson – Mont Lozère Cévennes Le Bougès

Chemin de Stevenson. Foto: Michel Verdier Association Stevenson/ Mont Lozère Cévennes Le Bougès

De Schotse schrijver Robert Louis Stevenson werd wereldberoemd met Schateiland en De zonderlinge geschiedenis van dr. Jekyll en mr. Hyde, maar Reis met een ezel door de Cevennen is zijn leukste boek om zelf na te spelen. Stevenson verhuisde vanwege zijn kwakkelende gezondheid naar de Franse Auvergne, waar hij lange voettochten ondernam. Met een ezel dus. Loop je de hele route naar de Ardèche en eindpunt Alès, dan ben je twaalf dagen zoet. Onderweg kun je op meerdere plekken een ezel huren.

9. Canada: spaar walvissoorten in Québec

Kust van Quebec, Canada. Onder Bultrugwalvis bij Tadoussac, Canada. Foto Getty Images

Kust van Quebec, Canada. Foto: Getty Images

Met de langste kustlijn ter wereld is het niet vreemd dat Canada ook het beste land is om walvissen te zien. De Canadezen zijn het alleen niet met elkaar eens wat nu hun onbetwiste walvishoofdstad is. Vancouver Island heeft grote aantallen orka’s, Nunavut narwals en witte dolfijnen. Toch kunnen deze kustplekken niet wedijveren met Tadoussac in Québec. In het plaatsje aan de Saint Lawrence-rivier maak je kans om dertien verschillende walvissoorten te spotten.

10. Costa Rica: laat de mooiweertoeristen achter je

In Costa Rica kun tussen maart en juni de kleurrijke quetzal spotten. Foto: Getty Images

In Costa Rica kun tussen maart en juni de kleurrijke quetzal spotten. Foto: Getty Images

In Costa Rica is het altijd wel ergens mooi weer. Aan de Stille Oceaan van december tot en met april, aan de Caribische oostkust van maart tot september. Maar mooi weer betekent niet per se zonneschijn. De meeste reizigers focussen op de kusten, maar juist in de nevelwouden daartussen liggen verborgen pareltjes zoals de Chapel in the Clouds − een door tuinen omgeven kapel in de bergen die net zo magisch is als lastig te bereiken − en nationaal park Los Quetzales, waar je tussen maart en juni de kleurrijke quetzal kunt spotten.

Volg Columbus Travel op Facebook, Instagram, Spotify en/of YouTube en meld je aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief.